Kalmthoutse heide


Dit jaar beperkt het reizen zich tot uitstappen in België. Met de fiets zal ik bepaalde streken verkennen. Mijn eerste uitstap is een fietstocht in de Kalmthoutse heide. Mijn volgende uitstap is een fietstocht in Beringen met start aan de vroegere steenkoolmijn op de site be-mine. In Wallonië breng ik een bezoek aan de steden Dinant en Namen en zal fietsen tussen deze twee steden langs de Maas. Ook breng ik een bezoek aan het openluchtmuseum in Bokrijk en verken nadien met de fiets de prachtige natuur in de omgeving en zal fietsen door het water. Op dit fietstraject fiets je dwars door een vijver zonder nat te worden. Door steeds nieuwe plekken te ontdekken en er te verblijven krijg je energie en het vakantiegevoel te pakken. Nu zijn het mooie herinneringen aan de zomer van 2020, die er iets anders uitzag dan voorzien.

Ik vertrek met de wagen naar Kalmthout, dat ongeveer 20 km boven Antwerpen ligt, en parkeer de wagen nabij het bijenteeltmuseum van Kalmthout. Het bijenteeltmuseum maakt deel uit van het bezoekerscentrum van de Kalmthoutse Heide. Je kan er de wondere wereld van de honingbij en de bijenteelt komen ontdekken. Het interactieve museum is opgebouwd zoals een honingraat: al dwalend door de zeshoekige kamers leer je het belang van bijen en de verschillende aspecten van de bijenwereld kennen. Je kan met je neus dicht tot bij de bijen komen dankzij de doorzichtige bijenkasten. In de tuin van het museum staan ook actieve bijenkasten opgesteld.

Nabij het bijenteeltmuseum kunnen we een luchtafweerkanon zien uit de tweede wereldoorlog. Het kanon werd door het Amerikaanse leger in 1940 in dienst genomen, het weegt 10 ton en had een bereik van achttien kilometer. Een ploeg van acht soldaten kon er 22 granaten per minuut mee afvuren. Met dit wapen werden op Kalmthouts grondgebied 110 V1’s afgeschoten. Die werden door de Duitsers op het einde van de oorlog afgeschoten om de haven van Antwerpen plat te leggen. De inslagen van de V1’s kostten 33 mensen het leven, tientallen raakten gewond en er werden 360 woningen vernield. 

Hier vertrek ik met de fiets en zal de Heideroute volgen. Het traject is bijna 58 km. De Heideroute is de allereerste bewegwijzerde themaroute in de Kempen voorgesteld in 1975. Een hoofdrol is weggelegd voor de Kalmthoutse heide, een van de oudste en grootste natuurreservaten in België en het is officieel een stiltegebied. In juni kleuren de dophei en veenpluis het landschap roze en wit. In augustus en september zorgt de bloeiende struikhei voor een purperen pracht. Tijdens mijn fietstocht trekt een uitkijktoren mijn aandacht. De toren is statig pronkend, verscholen in de bosrand. Deze toren van 10 meter hoog noemen ze de Stapper. Zijn naam verwijst naar het Stappersven, maar ook naar stappen in de natuur. Het is een stapeling van vlakken en blokken, waar de wind doorheen waait zoals vroeger door de stapels natte turfblokken die moesten drogen in de wind en de zon. De bakstenen herinneren ons aan het Industriële verleden van Heide: kleiwinningen en steenbakkerijen. Ik klim naar boven om een blik te werpen op het Stappersven en de boomkruinen vlakbij. Je kan een grote wateroppervlakte in de verte zien.

In de twaalfde eeuw werd in de omgeving van Antwerpen en Breda jaarlijks meer dan 1 miljoen m² aan turf gewonnen. Turf is gedroogd veen dat als brandstof kan worden gebruikt. Veen is ontstaan uit een terreintype, waarvan het karakter wordt bepaald door ophoping van plantenresten onder natte omstandigheden. Omstreeks 1350 startte lokale boeren met de winning van turf in het Stappersven. Turf was een belangrijke brandstof omdat het landschap arm was aan bomen. Er volgden daarna nog mislukte pogingen om er vis te kweken of om er aan landbouw te doen. Het water werd terug opgestuwd voor de eendenjacht, maar nu is het terug natuur, zoals het eeuwen geleden ook was. De oevers werden opgeschoond en de randen werden terug begraasd door schapen en runderen.

Ik fiets nu verder en zie voorbij het Stappersven een mooi, haast boomloos Heidelandschap, afgewisseld met vennen en duinen. Dit maakt deel uit van het “Grenspark Kalmthoutse Heide”, een grensoverschrijdend natuurgebied van 6000 ha. Ook zie ik soms in het landschap omgevallen bomen met hun aardkluiten, rechtopstaande stammen en takkenhopen. 

Vervolgens fiets ik richting Essen. Bij mijn volgende stop sta ik aan het karrenmuseum in Essen. Hier kan je de grootste collectie karren, wagens en koetsen van België en Nederland vinden. Karren uit het vroegere dorpsleven, wagens uit het noeste boerenbestaan en rijtuigen voor de meer gegoede burgerij. Bekijk ook de bijhorende werkplaatsen van de ambachtslieden, zoals de wagenmakerij, smidse en houtzagerij. 

Ook in Essen passeer ik het station, dat eigenlijk het meest noordelijk gelegen spoorwegstation van België is. Het station in Essen was ooit het belangrijkste grensstation tussen België en Nederland. Omdat hier de douaneformaliteiten werden vervuld voor grensoverschrijdend verkeer zijn er veel afstelsporen. Met de komst van de spoorlijn ontwikkelde het dorp zich inderdaad snel. De grensfunctie van het spoorstation verschafte veel werkgelegenheid en zorgde ervoor dat dit station een verplichte halte was voor de internationale treinen. Het huidige stationsgebouw dateert van 1901 en werd gebouwd in eclectische stijl, met een metalen ondersteuning en veel natuursteen. De naastliggende douaneloods dateert uit dezelfde periode. 

Tussen de sporen en evenwijdig aan het station werd in het begin van de 20ste eeuw een langgerekte goederenloods gebouwd. De goederenloods, een hangar waar goederen werden overgeladen, dateert uit 1902. De loods werd al snel ‘douaneloods’ genoemd omdat de buitenlandse goederen er door de douane gecontroleerd werden. Midden jaren ‘70 werd het gebouw buiten gebruik gesteld. Toen de laatste sporen in de jaren ‘90 werden verwijderd, werd het gebouw beschermd als monument. Maar eigenlijk trad toen ook het verval in van de ooit prachtige loods. Het monument werd vanaf 2018 volledig gerenoveerd en krijgt een nieuwe duurzame invulling. Na de restauratiewerken krijgt de als monument beschermde loods stilaan zijn oude grandeur terug. 

Ik fiets verder en passeer het domein Hemelrijk. Hier kan je de voormalige quarantainestallen zien. Momenteel zie ik aan de straatkant dat er een taverne is en aan de ingang van de taverne zie ik links en rechts een beeld staan van een paard. De voormalige quarantainestallen werden opgericht vanaf 1896 om het uit Nederland ingevoerde vee te controleren op besmettelijke ziekten. De dieren die over de grens gingen, moesten daar eerst 40 dagen blijven ter controle op de gezondheid. Er waren in totaal 45 stallen. De stallen zijn tot de jaren 1970 gebruikt om het vetvee via een speciale loskade in afzondering te plaatsen. In 1994 werden de quarantainestallen wettelijk beschermd als monument. Nu worden deze stallen verbouwd tot woningen (cohousingproject Qville). 

Na het verlaten van Essen fiets ik door een bosrijk gebied. Dit zijn de Horendonkse gemeentebossen met diepgroene naald- en loofbomen. Vanaf nu is het op de fietsroute de kleur groen die nu in al zijn schakeringen domineert met frisse grasweiden en uitgestrekte akkers. Ik kom hier een straatnaam tegen met de originele naam Venetiaanse heide. Ik kom vervolgens met de fiets terecht in het natuurgebied de Maatjes. Het is een klein rietmoeras met omringende, soms natte graslanden en vele bomenrijen en houtkanten. Het is vooral belangrijk als leefgebied voor verschillende soorten riet- en weidevogels. Een mooi gebied om te komen wandelen en te genieten van het open landschap. Hier is een 7 meter hoge uitkijktoren “De Klot” gebouwd, vanwaar je over de wijde omgeving kan uitkijken. De benaming 'de Klot' verwijst naar een klomp veen of turf. Tussen de jaren 1250 en 1750 werd hier op haast industriële schaal turf ontgonnen. 

Vervolgens fiets ik richting Wuustwezel en passeer vlakke weide- en akkerlandschappen. Op een welbepaalde plaats merk ik een reusachtig grote vogelkast op. Eigenlijk dient het nu meer als een vogelverschrikker. 

Ik passeer nog een prachtige natuurplaats waar je eendjes ziet zwemmen in een vijver en op het einde van de fietsroute rij ik nog door een bosrijk gebied en kom vervolgens terug op mijn vertrekplaats. 

Na de fietstocht ga ik nog een wandeling van bijna 2 uur doen in het Grenspark de Kalmthoutse Heide en vertrek bij de poort De Vroente. Het is een natuurpark op de grens van de Nederland en België met een erg afwisselend landschap. Bestaande uit heide, duinen, bos, weilanden, polders en vennen wat garant staat voor gevarieerde wandelingen. Je kan hier verschillende wandelpaden volgen. Het grenspark de Kalmthoutse Heide is vrij toegankelijk waar je kan wandelen tussen zonsopgang en zonsondergang. Hier kom je tot rust in het erkende stiltegebied. Struikhei is de meest kenmerkende plant van de droge heide. Op het einde van de zomer kleurt het de heide paars. Tijdens de wandeling merk ik dat er een uitgestrekt duinenlandschap is, waar je kan genieten van de rust en de weidsheid. Typisch voor de Kalmthoutse heide zijn de talrijke vennen. De zure en voedselarme omgeving is het leefgebied voor verschillende bijzondere planten en dieren. Ook is er op de Kalmthoutse heide een brandtoren geplaats want heidegebieden zijn brandgevoelig bij langdurig droog en zonnig weer. Tijdens brandgevoelige periodes wordt een brandtoren bemand. Op die manier kan een eventuele brand snel opgemerkt worden en de hulpdiensten verwittigd. Ook aan de ingang van het Grenspark zie je een bord met een kleurcode. Deze kleurcode heeft aan hoe groot het brandgevaar is. Na deze wandeling keer ik terug naar huis.

Populaire posts van deze blog

Reis België

Bokrijk

Beringen steenkoolmijn